DABUS en de toekomst van AI-gestuurde uitvindingen

DABUS

Ik weet zeker dat iedereen het met me eens zal zijn als ik zeg dat een van de grootste tekortkomingen in Cyberdynes Skynet zat in het negeren van de juiste IP bescherming van zijn creaties. Natuurlijk was Skynets doel ook om de mensheid uit te roeien, wat een discutabele strategie is om je marktaandeel veilig te stellen - welke markt er ook overblijft.

Voorlopig heeft de opkomst van kunstmatige intelligentie nog niet zo'n zorgwekkend niveau bereikt (voor zover we weten), maar het heeft al een enorme impact gehad op conceptcreaties op alle niveaus, van de eerste stappen van pure conceptontwikkeling tot daadwerkelijke implementatie, in die mate dat er vragen rijzen over wie de eigenaar is van zo'n door AI gegenereerd concept, en de rechtssystemen zich gedwongen zien om snel met antwoorden te komen.

Een dergelijk verhaal is dat van DABUS. DABUS, ofwel Device for the Autonomous Bootstrapping of Unified Sentience, werd gecreëerd door Dr. Stephen Thaler. DABUS, dat zelf gepatenteerd is door Dr. Thaler (US7454388 bijvoorbeeld), is een AI die in staat is om autonoom nieuwe ideeën te genereren. Twee van deze gegenereerde ideeën werden door Dr. Thaler ingediend voor patentbescherming in meerdere rechtsgebieden, één voor een verbeterde voedselcontainer, een andere voor een verbeterd waarschuwingssysteem. Zoals gebruikelijk is voor een patentaanvraag in elk rechtsgebied, moet een uitvinder worden aangewezen en vulde Dr. Thaler de naam van DABUS in op de formulieren. In Europa en de rest van de wereld hadden deze ontwikkelingen onmiddellijke en praktische implicaties voor het juridische kader rondom innovatie.

De belangrijkste juridische uitdaging: uitvinderschap

Onder het Europees Octrooiverdrag (EOV) is het concept van uitvinderschap expliciet gekoppeld aan natuurlijke personen, zoals het geval is in veel andere landen (of zal zijn, vanwege dit precedent). Deze vereiste is consequent gehandhaafd door het Europees Octrooibureau (EOB), dat aanvragen heeft afgewezen waarin DABUS als enige uitvinder werd vermeld, evenals een aantal variaties die deden denken aan Prince's latere artiestennamen (zie recente EOB-beslissing in EP 21 216 024.6). Deze beslissingen versterken het idee dat uitvinderschap een menselijke geest vereist om de bron te zijn van het inventieve concept.

Maar naarmate AI-systemen zoals DABUS steeds geavanceerder worden, roept deze strikte naleving van menselijk uitvinderschap complexe vragen op. Moet de definitie van uitvinderschap mee evolueren wanneer de rol van een AI bij het creëren van een uitvinding die van menselijke bijdragers overstijgt, zoals het louter instellen van parameters of het cureren van gegevens? Of zou het uitbreiden van uitvinderschap naar AI het risico inhouden dat de principes die ten grondslag liggen aan het octrooisysteem worden ondermijnd?

Eigendom en verantwoording

Zelfs als AI-systemen als uitvinders zouden worden erkend, blijft de kwestie van eigendom onopgelost. Octrooien verlenen rechten en verantwoordelijkheden die AI-systemen zelf niet kunnen aannemen. Het toewijzen van eigendom aan de ontwikkelaar, exploitant of een andere belanghebbende kan leiden tot geschillen, vooral in gevallen waarin het creatieproces van de AI meerdere partijen omvat. Natuurlijk is dit probleem inherent ook aanwezig in de 'normale' situaties, maar het hebben van een niet-menselijke uitvinder draagt ​​alleen maar bij aan de moeilijkheid. Robuuste contractuele overeenkomsten zouden waarschijnlijk kunnen voorkomen dat de meeste van deze situaties daadwerkelijk lastig worden, maar het is nog een extra maas in de wet die gedicht moet worden.

Verantwoording is een ander cruciaal probleem. Octrooien zijn niet alleen bedoeld om innovatie te stimuleren, maar ook om verantwoording af te leggen voor hun toepassing en mogelijk misbruik. Zonder duidelijke structuren voor verantwoordelijkheid kan het octrooisysteem kwetsbaar worden voor uitbuiting, waardoor de drijfveren die het moet bieden, worden ondermijnd.

De bredere implicaties voor octrooieerbaarheid

De DABUS-zaak zet bredere kwesties van octrooieerbaarheid in de verf, in een door AI aangestuurd toekomstbeeld. Het Europese octrooirecht evalueert inventieve stap - een kerncriterium voor octrooieerbaarheid - vanuit het perspectief van een "persoon die bekwaam is in de kunst". Aangezien AI-systemen echter de menselijke capaciteiten op bepaalde gebieden overtreffen, worden traditionele benchmarks voor deze voor-de-hand-liggendheid en inventiviteit natuurlijk in twijfel getrokken.

Als een AI-systeem bijvoorbeeld een uitvinding genereert die ondenkbaar zou zijn voor menselijke experts, voldoet dit dan inherent aan de vereiste van inventiviteit? Of moet de inventieve stap aanpak opnieuw worden beoordeeld om de mogelijkheden van AI te integreren? Deze vragen benadrukken de noodzaak van verfijnde en herziene juridische interpretaties, aangezien AI innovatie blijft beïnvloeden.

Ze kunnen zelfs leiden tot een verdere stap richting objectivering en standaardisatie (ten minste op nationaal niveau) op de drempelhoogte voor inventiviteit.

Huidig ​​internationaal landschap

Zoals het er nu voorstaat, varieerde de wettelijke erkenning van DABUS als uitvinder per rechtsgebied, wat een gebrek aan wereldwijde consensus over dit onderwerp illustreert:

• Zuid-Afrika: In een baanbrekende beslissing werd het octrooibureau van Zuid-Afrika het eerste dat een octrooi verleende met vermelding van DABUS als uitvinder, waarmee de bijdrage van de AI direct werd erkend, hoewel niet expliciet. Het Zuid-Afrikaanse octrooisysteem voert alleen een onderzoek uit in termen van formaliteiten, dus of de beslissing om te verlenen opzettelijk was of het resultaat van het aanvinken van de juiste vakjes, is twijfelachtig. Deze beslissing kan echter wel een bereidheid weerspiegelen om bestaande kaders aan te passen om AI-gedreven innovatie te accommoderen, aangezien de ogen van de (octrooi)wereld de afgelopen jaren op de DABUS-bestanden waren gericht.

• Australië: Het Federale Hof van Australië oordeelde aanvankelijk ten gunste van DABUS als uitvinder, waarbij de term "uitvinder" breed werd geïnterpreteerd. Deze beslissing werd echter later in hoger beroep vernietigd, waarmee de mensgerichte interpretatie van uitvinderschap werd bevestigd.

• Verenigde Staten: In de VS hebben de rechtbanken de vereiste gehandhaafd dat uitvinders natuurlijke personen moeten zijn, waarbij de claims van DABUS op uitvinderschap werden afgewezen. Het Amerikaanse Patent and Trademark Office (USPTO) heeft benadrukt dat de huidige statuten niet toestaan ​​dat AI als uitvinder wordt genoemd.

• Verenigd Koninkrijk: Het Britse Intellectual Property Office en daaropvolgende rechterlijke uitspraken hebben volgehouden dat uitvinderschap volgens de Britse wet een menselijke maker vereist, en hebben aanvragen voor vermelding van DABUS afgewezen.

Voorlopig werd in de meeste grote territoria dezelfde lijn aangehouden, namelijk dat een uitvinder een mens moet zijn (helaas, geen bloemen voor Algernon). Het valt nog te bezien of die lijn in de toekomst zal doorbuigen.

Toekomstige overwegingen

De komst van systemen als DABUS biedt zowel uitdagingen als kansen voor het octrooisysteem. Hoewel dergelijke gevallen hiaten in bestaande juridische kaders blootleggen, bieden ze ook een kans om opnieuw na te denken over hoe innovatie wordt beschermd en gestimuleerd in een door AI aangestuurd tijdperk. Het vinden van een balans tussen het behoud van menselijke vindingrijkheid en het omarmen van het potentieel van AI zal cruciaal zijn. Het is veilig om te zeggen dat het gebruik van AI zal groeien in elk denkbaar gebied en elke denkbare toepassing, en niet in de laatste plaats in innovatie, en vereist dus een doordachte en adaptieve reactie van de juridische gemeenschap.

Een aantal vragen komen naar voor uit deze nieuwe situatie. Ten eerste, zal de definitie van "uitvinderschap" worden heroverwogen in het licht van AI-'assistentie' bij innovatie, en hoe zal dit worden opgelost met bestaande juridische kaders, zoals de noodzaak om rechten toe te kennen aan de uiteindelijke aanvrager? Ten tweede, zal de definitie van "inventieve stap" (of het equivalent daarvan) veranderen als de definitie van de uitvinder zou verschuiven? En ten slotte, wanneer en waar zal de verandering beginnen?

Heeft u een vraag?

Wij helpen u graag verder.
Neem contact op met een van onze specialisten.

Wees gerust, u bent niet alleen.
Surf eens door de FAQ. Heeft u nog twijfels,
aarzel dan niet ons te contacteren.

FAQ